Wet opheffing verpandingsverboden: Wat betekent dit voor jou?

Sinds 1 juli 2025 zijn de spelregels rondom zakelijke geldvorderingen veranderd. Verbodsbepalingen die de overdracht of verpanding van vorderingen uitsluiten, zijn vanaf die datum ongeldig in nieuwe contracten en algemene voorwaarden. Voor bestaande contracten geldt dit vanaf 1 oktober 2025.

Wat houdt dit in? De Wet opheffing verpandingsverboden maakt het onmogelijk om in contracten te bepalen dat zakelijke geldvorderingen, zoals openstaande facturen, niet overdraagbaar of verpandbaar zijn. Het doel is duidelijk: jouw debiteuren moeten hun facturen makkelijker kunnen gebruiken als onderpand voor financiering. Dat vergroot vooral de kredietruimte voor het midden- en kleinbedrijf.

De voordelen liggen voor de hand: meer financieringsmogelijkheden en meer flexibiliteit in de markt. Maar er kleven ook nadelen aan. Jij kunt vanaf nu te maken krijgen met nieuwe partijen die vorderingen van jouw vertrouwde handelspartner hebben overgenomen. Dat kan verrekeningen bemoeilijken en leiden tot extra administratieve lasten.

Waarom moet jij in actie komen?
Veel bedrijven hebben standaard verbodsbepalingen opgenomen in contracten of algemene voorwaarden. Die zijn nu nietig, net als beperkingen die overdracht bemoeilijken, zoals toestemmingsvereisten of boetebedingen. Zonder aanpassing loop je risico op juridische onduidelijkheid en extra werk bij de afhandeling van vorderingen.

Wat kun jij doen?

  • Controleer je contracten en algemene voorwaarden op verboden bepalingen.
  • Laat je juridische documenten vóór 1 oktober 2025 aanpassen.
  • Zorg dat je administratie is voorbereid op de nieuwe verplichtingen, zoals het schriftelijk informeren van debiteuren bij overdracht of verpanding.
  • Houd er rekening mee dat je vaker te maken krijgt met nieuwe schuldeisers in plaats van je vaste zakenpartner.

Kortom: de nieuwe wet creëert kansen, maar vraagt ook om scherpte. Door tijdig je contracten en processen te herzien, voorkom je verrassingen en blijf je in controle.